HOE ZIET UW LAADINFRASTRUCTUUR ER STRAKS UIT? DAT BEPAALT EUROPA. JURIDISCH ADVISEUR LISANNE HENNEVELD VAN HET BETASECRETARIAAT LEGT UIT HOE DAT ZIT, WAT ER BINNENKORT GAAT VERANDEREN EN WAT DAT BEKENT VOOR TANKSTATIONONDERNEMERS MET ELEKTRISCHE AMBITIES.

Als jurist Nederlands recht merkte ik jaren geleden al dat mijn kennis niet meer voldeed”, vertelt Henneveld. “Als ik alles beter wilde begrijpen en begeleiden dan was kennis van Europa vereist. Dus ging ik Europees recht studeren. Een wereld ging voor mij open. Wat een invloed heeft Europa op ons dagelijks leven! Dat klinkt misschien onprettig, maar wees ervan verzekerd dat Europa ook goede dingen met ons voorheeft. Een voorbeeld daarvan is de nieuwe Europese verordening voor de uitrol van laadinfrastructuur. Die Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR) ging op 3 oktober 2023 in. De AFIR moet het aanbod aan openbare laadpunten verbeteren en elektrisch rijden in Europa makkelijker maken. Binnen zes maanden moet Nederland aan de eerste eisen van de AFIR voldoen. Deze nieuwe Europese wetgeving stelt dus eisen aan de Nederlandse laadinfrastructuur en is daarmee ook voor u als ondernemer van belang.”

Zero-emissie-ambitie
“De AFIR sluit aan op Fit-for-55”, vervolgt Henneveld. “Dat is het pakket aan maatregelen van de Europese Commissie dat erop gericht is om de netto broeikasgasemissies tegen 2030 met minstens 55 procent te verlagen ten opzichte van het niveau van 1990. De emissies van nieuwe auto’s moeten tegen 2030 met 55 procent zijn afgenomen in vergelijking met 2021 en tegen 2035 met maar liefst 100 procent! Om die zero-emissie- ambitie te realiseren is vanzelfsprekend een betrouwbaar Europees netwerk van laadpunten noodzakelijk.” In de AFIR is vastgelegd dat nieuwe snelladers geschikt moeten zijn voor betaalpassen. Ook moet de prijs per kWh zichtbaar zijn voor rijders van elektrische voertuigen die direct willen betalen. Henneveld: “Exploitanten en eigenaren van laadpalen krijgen te maken met eisen voor hardware en datalevering. Samenwerkingsregio’s voor laadinfrastructuur doen er goed aan om te kijken of hun concessievoorwaarden en vergunningsbeleid daaraan voldoen.”

Beschikbaar stellen data
Laadpaalexploitanten moeten volgens Henneveld verder onder meer allerlei data beschikbaar gaan stellen om aan de nieuwe eisen te voldoen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de locatie, prijs en aanwezigheid van laadpunten. De EU-landen maken deze informatie gratis openbaar via een nationaal toegangspunt. Ook kan de AFIR de technische eisen verder gaan uitwerken. Zoals op het vlak van informatie-uitwisseling tussen laadpaal en auto. “Voor u als exploitant en eigenaar is dat eveneens belangrijk.”

Streefcijfers openbaar- en snelladen
De AFIR heeft streefcijfers opgesteld voor het aantal laadpunten en hun gezamenlijke vermogen. Dit vermogen hangt af van het aantal lichte elektrische voertuigen in een land. Zo moet er voor elk vol-elektrisch voertuig minimaal 1,3 kW aan publiek laadvermogen zijn. Als in een land 100.000 vol-elektrische auto’s rijden, dan moet er 130.000 kW laadvermogen zijn. Omgerekend zijn dat ongeveer 15.000 laadpunten. De streefcijfers voor snelladen hangen weer af van aan het aantal kilometer waaruit de hoofdwegen bestaan. Europa gebruikt hiervoor de classificaties ‘TEN-T kern’ en ‘uitgebreid netwerk’. Henneveld: “Uiterlijk 31 december 2030 moet er langs het TEN-T-kernnetwerk bij elke 60 kilometer minimaal 3.600 kW aan laadvermogen zijn voor elektrische vrachtwagens. Hier liggen dus ook voor eigenaren van Nederlandse tankstationlocaties veel kansen.”

Nationale Agenda Laadinfrastructuur
In Nederland moet al het vervoer in 2050 emissievrij zijn. Dat is afgesproken in het Klimaatakkoord. Verwacht wordt dat in 2030 bijna 2 miljoen elektrische auto’s in Nederland zijn. Om die, en alle andere elektrische voertuigen, allemaal te kunnen laten rijden is een goed en dekkend laadnetwerk nodig. De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) werkt daar sinds 2019 aan. “De NAL zorgt ervoor dat de ontwikkeling van laadinfrastructuur in Nederland aansluit bij de uitrol van alle soorten elektrisch vervoer”, geeft Henneveld aan. “Rijders van elektrische voertuigen moeten tenslotte overal en altijd veilig en slim hun voertuig kunnen laden. Niet alleen op de eigen oprit, maar ook in de openbare ruimte, op bedrijventerreinen én natuurlijk bij onze tankstations.”

Nauw samenwerken
Een groot deel van de afspraken en acties van de NAL worden lokaal en regionaal uitgevoerd. Ondernemers, overheid, netbeheerders en kennisinstellingen moeten daarvoor nauw samenwerken. Zij moeten proberen in regio’s en gemeenten een dekkend, betrouwbaar en toekomstbestendig laadnetwerk te realiseren en daarnaast bijdragen aan een duurzaam en stabiel energiesysteem. “Daarom is de AFIR belangrijk, zodat u zich als ondernemer daarop kunt voorbereiden. Laadpaalexploitanten en eigenaren van laadpalen krijgen namelijk te maken met eisen voor hardware en datalevering en soms zelfs voor bestaande laadinfrastructuur.”

Regionale Energiestrategieën
Nederland is opgedeeld in 30 energieregio’s. Gemeenten, provincies en waterschappen werken daarin samen aan een Regionale Energiestrategie (RES). Op 1 juli 2023 hebben die allemaal hun voortgangsrapportage RES 1.0 opgeleverd. Die documenten laten zien wat de stand van zaken in elke RES-regio is en kijken daarnaast vooruit naar de haalbaarheid in 2030. Ongeveer de helft van de regio’s lijkt het eigen bod (een deel van het totaalaantal van 55 TWh) te halen. De rest geeft aan dit vóór 2030 niet volledig te kunnen realiseren. Dit komt volgens hen door onder andere netcongestie, Natura 2000 en stikstof. Soms draagt ook een stroeve samenwerking tussen partijen in de uitvoeringsfase bij aan vertraging. “Op veel plekken ontstaan echter nieuwe initiatieven die opwek toch mogelijk maken, zoals energiehubs bij bedrijventerreinen en slimme projecten van energiecoöperaties waarin energie wordt opgewekt, gedeeld, opgeslagen en verbruikt. Steeds meer regio’s zijn ook al bezig met de periode na 2030. U als ondernemer kijkt natuurlijk ook verder dan een of twee jaar. Daarom hieronder wat cijfers om een en ander te verduidelijken.”