Ik reis minder. Net als iedereen. Maar als ik dan toch in de auto stap op weg naar een afspraak, dan stop ik natuurlijk bij het tankstation. Net als altijd. ’s Ochtends voor een kop koffie, ’s middags voor een broodje en richting de avond voor een tussendoortje.

En net als iedereen, heb ik ook zo mijn voorkeuren. Maar laatst dacht ik, ik doe eens gek. Ik stop een keer niet bij mijn favoriete BP in het dorp, ik rijd door. Uiteindelijk belandde ik bij een Esso met De Haan-shopformule langs de snelweg, toch ook redelijk in de buurt van mijn huis. Heerlijke broodjes, goede service. Ik dacht meteen; waarom ben ik hier nooit eerder gestopt? Ik rijd er best vaak langs. Volgens mij ontbreekt het aan marketing. Ik word niet of nauwelijks ‘geconfronteerd’ met de meerwaarde van het station voor mij. Voldoende parkeergelegenheid, heerlijk vers belegde broodjes, vriendelijke medewerkers, alles wordt netjes verpakt en de shop is volledig coronaproof ingericht. Waarom dragen jullie dit niet uit? De focus in de communicatie ligt altijd maar op de brandstofprijs, waarbij het tankstation langs de snelweg al snel met één tegen nul achterstaat tegen het dorpsstation. En nu snap ik ook wel dat prijs belangrijk is, kijk alleen al naar de recente files van Nederlandse tank- en tabakstoeristen voor de Duitse stations. Nog snel even tanken en tabak inslaan zónder dat je een negatieve coronatest moet kunnen overhandigen. Overheid, worden we wakker? Het voordeel lonkt aan de andere kant van de grens, ten koste van de Nederlandse tankstationondernemers. Doe er wat aan.

Maar ik dwaal af, terug naar mijn relaas over marketing. Als het station langs de snelweg lokaal beter kenbaar had gemaakt dat ze alles in huis hebben om het mij naar de zin te maken, dan was ik er al veel eerder gestopt. Is het de onwetendheid van de kracht van marketing? Of wil men niet te opdringerig overkomen? Dat laatste is een beetje hoorbaar als het gaat om het groene karakter dat het tankstation zich inmiddels aanmeet. Meer dan 10 procent van de brandstofplas is bijgemengd met een biocomponent, zo is even verderop in dit magazine te lezen. En ja, individueel is het misschien geen argument voor klanten om bij jou te stoppen, maar als branche kun je er natuurlijk wel iets over zeggen. Het maakt duidelijk dat er enorme stappen worden gezet en dat ook de petrolsector zijn steentje bijdraagt aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. En dat is het niet alleen. Kijk eens naar het aanbod snelladers. En kijk eens naar de ondernemers en maatschappijen die hun nek uitsteken en aan de slag gaan met waterstof. Het is bewonderingswaardig wat er allemaal gebeurt op en rond het tankstation. Er wordt volop geïnvesteerd. In een groener aanbod, in allerlei diensten (lees het verhaal van Pieter Vlamings vanaf pagina 10 maar eens) en in een optimaal shopaanbod met prachtige bakkerij en perfecte service. Al met al is het fantastisch ondernemerschap wat de tankstations aan de dag leggen. Waarom zou je dat niet eens wat vaker van de daken schreeuwen?