DE MARKT VAN TANKSTATIONS IS VOLOP IN BEWEGING. MAAR BEWEEGT HET VERZEKERINGSPAKKET DAARIN OOK MEE? NIET ALTIJD VOLDOENDE, WEET PROGRAMMAMANAGER ROBERT RISPENS VAN AON. “STATIONS WORDEN INTERESSANTER VOOR CYBERCRIMINELEN, EEN ASPECT DAT VAAK NOG NIET GOED IS VERZEKERD.”

Meer retailactiviteiten, de toevoeging van laadfaciliteiten en de stap naar onbemand; het zijn ontwikkelingen van alle dag in de tankstation-branche. “De ene ondernemer is daarmee meer bezig dan de andere, maar over het algemeen geldt dat het iedereen wel raakt”, zegt Rispens. En daarmee wordt volgens hem ook meteen de noodzaak duidelijk van een kritische kijk op het bestaande verzekeringspakket. “Neem de shop, ondernemers investeren daarin stevig en voegen onder meer bakery’s toe. Dat betekent dat de verzekerde waarde stijgt van bijvoorbeeld een ton naar drie ton. Nou is die verandering in het pakket niet zo spannend, maar het betekent vaak ook dat het aantal pintransacties stijgt. En meer zaken zijn in de nieuwe setting gedigitaliseerd. Dat maakt stations interessant voor cybercriminelen. En juist dat aspect is vaak nog niet goed verzekerd.”

‘Waarom zou je dan zo’n hoge premie betalen
voor de loonbetalingsplicht van 104 weken
aangezien een groot deel flexwerkers is?’

Flexwerkers
Speciaal voor de risico’s die tankstations lopen heeft Aon, samen met de branche, de exploitantenpolis ontwikkeld.
“We zien ontwikkelingen bij tankstations, die in lijn lopen met wat er in de hele retailsector gebeurt. Er worden namelijk meer flexkrachten ingezet; bij supermarkten is soms tot wel 70 procent van het medewerkersbestand student. De vraag roept zich dan op; moet een ondernemer zijn hele medewerkersbestand wel verzekeren tegen de loonbetalingsplicht van 104 weken?”, aldus Rispens. Hij ondersteunt het met een voorbeeld. “Neem een ondernemer
met een loonsom van 3 ton, waarover verzekeringspremie voor de dekking van de loonbetalingsplicht wordt betaald.
Maar van die 3 ton loonsom komt een derde voor rekening van de vaste medewerkers en twee derde van de flexwerkers. Waarom zou je dan zo’n hoge premie betalen voor de loonbetalingsplicht van 104 weken aangezien een groot deel flexwerkers is?” Rispens wil er maar mee zeggen dat er best eens naar gekeken kan worden. “Dat is natuurlijk voor iedere ondernemer verschillend. De ene heeft helemaal geen zin in het gedoe, maar de ander denkt; ik ben ondernemer, ik kan fors op de premie besparen, ik zet de stap.”

Energietransitie
Net zoals de verandering in de shop en het medewerkersbestand, verandert er ook veel op het voorterrein. “De energietransitie is in volle gang. Veel stations introduceren laadpalen. Hoe zijn die verzekerd? Ook dat verdient tegenwoordig aandacht in het verzekeringspakket”, weet Rispens. Maar de energietransitie vindt ook bij de ondernemers en hun gebouwen zelf plaats. “We zien steeds meer zonnepanelen. Ook daarvan moet men wel weten of die goed gedekt worden door de verzekering. Een gebouw met zonnepanelen is bijvoorbeeld meer waard dan eentje zonder.” Daarnaast eist een verzekeraar vaak Scope 12-inspectie voor het afsluiten van een verzekering, stelt Rispens. “Deze Scope 12-richtlijnen zorgen voor een duidelijke controle op zonne-energiesystemen. Zeker bij systemen met grote aantallen zonnepanelen (50+) is een inspectie gebruikelijk. Weet dat wel en wees, met alle veranderingen, altijd kritisch op het bestaande verzekeringspakket.”