WAT OOIT BEGON ALS TANKSTATION MET WASSTRAAT IS NU OP TWEE LOCATIES EEN WASSTRAAT MET TANKSTATION. PRECIES ANDERSOM DUS. EN OP DE ZES ANDERE LOCATIES IS LOOGMAN MET ALLEEN EEN WASSTRAAT SUCCESVOL. HET BEVESTIGT IN DE OGEN VAN GER LOOGMAN ZIJN VISIE DAT WASSEN DE TOEKOMST HEEFT. “EN VOOR TANKEN IS ÉÉN DING ZEKER; WE ZATEN IN EEN GROEIMARKT, MAAR NU KRIMPT DIE.”
een elektrische auto. “Naast hun V8 of V12, want het zijn en blijven petrolheads. Maar die V8 gebruiken ze voor de
fun én voor de lange afstanden, de elektrische auto voor de korte afstanden.” Hij wil er maar mee zeggen; de wereld verandert. “Mensen die van brandstofauto’s houden, die bewegen dus ook. Die houden niet meer alleen vast aan hun auto op benzine of diesel. Het gaat zeker anders worden. Kijk maar naar de jeugd, die heeft niets met autobezit. Die delen liever.”
Dat betekent volgens Loogman dat de groeimarkt waarin in het tankstation zich bevond, nu is veranderd in een markt
die krimpt. “Dat is onherroepelijk zo. En wat doe je ertegen? Ik weet het nog niet. Even wat laadpalen neerzetten? Zo werkt dat dus niet. Daar komt veel meer bij kijken. Wij hebben veel klanten die wassen en tanken. En we zouden bijvoorbeeld op de stofzuigerplaats best laadpalen kunnen plaatsen, zodat mensen tijden het stofzuigen hun auto kunnen bijladen. Maar, en nu komt het, negen van de tien elektrische auto’s kunnen alleen laden wanneer de deuren gesloten zijn en ze op slot zijn. Dan wordt het stofzuigen lastig. Dat is het gegeven van dit moment.”
Wat Loogman wel weet is dat mensen echt nog wel brandstofauto’s blijven rijden, ook na 2030. “Zeker nog wel tot 2040, en waarschijnlijk nog langer. En ze blijven hun auto wassen.” Op dat laatste focust Loogman dan ook meer en meer. “Waarom ze bij mij komen? Nou, klanten zoeken een wasstraat dichtbij. Het is eigenlijk net als een supermarkt, ook die moet dichtbij zijn. En men moet er snel en makkelijk boodschappen kunnen doen. Dat geldt ook een beetje voor ons. De klant wil niet wachten, de auto moet snel schoon zijn en ze moeten het complete pakket vinden. Dus wassen, stofzuigen en alles wat erbij hoort.” Overigens is het niet willen wachten ook maar relatief, weet Loogman. “Dan gaan ze hier in no time door de wasstraat en vervolgens komen ze op het stofzuigerplein de buurman tegen en dan kletsen ze gerust een kwartier met elkaar.” Loogman moet er wel om lachen. “Prima, ze mogen zo lang blijven als ze willen. En ik snap het ook wel, zeker in coronatijd was de wasstraat toch een soort uitje.” Overigens is food, of het extra toevoegen daarvan, geen speerpunt om het verblijf te verlengen. “Onze locatie in Aalsmeer heeft een shop-in-shop van FEBO, een tijdelijke pop-up store van Dunkin’ Donuts en een bakery. Maar dat is toch gerelateerd aan het tanken, de combinatie met wassen is er minder. In de meeste locaties waar we alleen wassen hebben we een automaat met zoetwaren en frisdranken. En klanten kunnen zelf een kop koffie pakken. Maar dat is het dan ook. En we hebben het geprobeerd hoor, maar het werkte niet. Het voegt niet veel toe.”
Ook buiten corona om ziet Loogman dat er muziek zit in zijn wasbusiness. Maar we moeten het niet overdrijven, zegt hij ook. “Ik hoor weleens dat er wordt gerekend met 8 tot 10 wasbeurten. Nou, mooi niet. Minder dan de helft, als je al geluk hebt.” Loogman kan het weten. Hij heeft sinds een aantal jaar een loyaliteitsprogramma. “Meer dan 220.000 mensen nemen deel aan dit systeem, we weten hun kenteken en hun wasfrequentie. En voor hen geldt; hoe vaker ze komen hoe meer korting ze krijgen. We belonen de vaste klanten.” Overigens zien die klanten van Loogman wassen als een luxeproduct. “Gaat het economisch goed, dan zien we dat meteen terug. En de beste wasstraatklant is niet de klant die net zijn eerste auto heeft gekocht, dat zijn toch wel de wat oudere rijders die meer hebben te besteden”, vertelt de ondernemer.
Grootstedelijke gebieden
Loogman heeft zijn wasstraten in grootstedelijke gebieden gevestigd. Hij zou gezien de groei graag nog een aantal extra vestigingen openen, maar makkelijk is dit niet. “Grootstedelijke gebieden kiezen liever voor woningbouw of kantoren, Het is echt zoeken naar een goede locatie.” Daarnaast komt Loogman ook graag in contact met ondernemers die de exploitatie van hun wasgelegenheid willen overdragen. “Bijvoorbeeld omdat ze geen opvolging hebben en het hen te veel is gaan worden, of omdat ze er gewoon geen affiniteit mee hebben. Wij huren het graag. En voor wie dat wil; de overname van het vastgoed is ook bespreekbaar.” Behalve dat de ondernemer blijft zoeken naar de zogenoemde ‘white spots’ in Nederland vernieuwt hij ook binnen de bestaande locaties. “We willen het gemak verder vergroten, gewoon omdat het kan. En omdat de klant het wil. We ontwikkelen nu een nieuwe betaalmogelijkheid via het kenteken. Klanten die deelnemen aan ons loyaliteitsprogramma kunnen straks doorrijden en de betaling geschiedt automatisch achteraf. Nu moeten ze daar nog hun portemonnee voor trekken. Die handeling valt straks weg.”