H2PLATFORM, HET SAMENWERKINGSVERBAND VAN ORGANISATIES EN BEDRIJVEN DIE ZICH MET WATERSTOF BEZIGHOUDEN, ZIET TANKSTATIONS ALS EEN ONMISBARE SCHAKEL IN DE ENERGIETRANSITIE. NIET VOOR NIETS IS BETA VORIG JAAR LID VAN H2PLATFORM GEWORDEN. IN MOVE ON HEEFT DE WATERSTOFCLUB VIJF BELANGRIJKE BOODSCHAPPEN VOOR TANKSTATION ONDERNEMERS.

Waterstof komt eraan en wordt een blijvertje

Waterstof komt eraan als ontbrekende schakel van de energietransitie en wordt een blijvertje. Eén van de (7) rollen van waterstof is het helpen decarboniseren van mobiliteit en transport. Naast batterij-elektrische voertuigen (BEV voor kortere afstanden en lagere gewichten) zijn brandstofcel-elektrische voertuigen (FCEV voor grotere afstanden en hogere gewichten) de enige echte zero emissie voertuigen. Omdat ze geschikt zijn voor verschillende segmenten en inzetprofielen, vullen BEV en FCEV elkaar aan. Zero emissie mobiliteit en transport is daarom geen vraagstuk van BEV óf FCEV maar BEV én FCEV. Door (inter)nationaal klimaatbeleid en lokale milieuzonering gaan BEV en FCEV conventionele voertuigen met een verbrandingsmotor langzaam maar zeker verdringen: vanaf 2030 zijn alle nieuw verkochte personenauto’s zero emissie en rond 2050 zal het complete wagenpark grotendeels uit zero emissie voertuigen bestaan.

Waterstof biedt tankstation ondernemers een kans

Nu is er een kip-ei-vraagstuk: het aantal waterstoftankstations is klein, waardoor autofabrikanten hun FCEV’s in andere landen
afzetten en de prikkel om te investeren in een waterstoftankstation klein is. Meer waterstoftankstations zijn nodig om dit vraagstuk
te doorbreken. Het Klimaatakkoord streeft, op advies van het H2Platform, naar 50 waterstoftankstations in 2025, als noodzakelijke basis voor verdere (versnelde) groei van het aantal stations en voertuigen richting 2030. Tankstation ondernemers kunnen hierbij verschil maken, omdat zij beschikken over geschikte tanklocaties. Waterstof biedt tankstation ondernemers een kans om in te springen op de energietransitie, waarbij ‘first movers’ vooralsnog gebruik kunnen maken van Europese en nationale stimuleringsregelingen voor waterstoftankstations. Bijkomend voordeel voor ‘first movers’ is een grotere overlevingskans in de toekomstige brandstoffenmarkt. De vraag naar alternatieve energiedragers zal daarin toenemen, evenals de druk om de overcapaciteit van ‘fossiele’ tankstations te beëindigen.

Ook voor gemeenten is waterstof een nieuw fenomeen

Zoek als eerste de gemeente op

Ondernemers die met waterstof aan de slag willen, zoeken het best als eerste hun gemeente op. Want die moet uitsluitsel geven of het tanken van waterstof op de voorgestelde locatie is toegestaan. En dat kost veel tijd. Want ook voor gemeenten is waterstof een nieuw fenomeen. Bovendien kent de ruimtelijke ordening de activiteit ‘waterstof tanken’ niet, waardoor vrijwel standaard een Bestemmingsplanwijziging nodig is. En gemeenten gaan daarbij niet over één nacht ijs. Locatiezekerheid is één, maar daarnaast is het opzoeken van de gemeente belangrijk om vroeg een goede bondgenoot te krijgen. Want veel gemeenten hebben eigen klimaat- en duurzaamheidsambities waarin zero emissie voertuigen voor hun eigen wagenpark en bewoners en bedrijven een hoofdrol spelen, zonder dat gemeenten voor de vereiste tankinfrastructuur logischerwijs denken aan de exploitanten van (bestaande) tankstations. Het is daarom aan ondernemers zelf om hun enthousiasme en ambities  voor het (op hun locatie) aanbieden van alternatieve brandstoffen op de gemeente – en vooral ook de verantwoordelijke wethouders en raadsleden – over te brengen en de gemeente als bondgenoot aan hun zijde te krijgen. En aan te sturen op een intentieovereenkomst, waarin gedeelde voornemens en acties publiekelijk worden vastgelegd.

Maak de lokale puzzel compleet

Ondernemers met een tanklocatie en de gemeente als bevoegd gezag en bondgenoot zijn twee stukken van de lokale puzzel die moet worden gelegd. Twee andere puzzelstukken zijn fleetowners voor het verzekeren van afzet en voertuigleveranciers voor het verzekeren van voertuigen. Fleetowners denken momenteel allemaal na over het verduurzamen van hun wagenpark, vanwege milieuzonering en convenanten binnen het Klimaatakkoord over onder andere zero emissie stadslogistiek en doelgroepenvervoer. Tankstation ondernemers en fleetowners hebben dus gelijkgerichte belangen bij waterstof en kunnen daarover goed een onderlinge deal afsluiten. Naast het verzekeren van een bepaalde afzet wordt zo ook duidelijker aan welke eisen het te bouwen waterstoftankstation zal moeten voldoen qua capaciteit (kilogrammen per dag), frequentie en type van belevering van het station met waterstof en aanrijroutes omdat personen- en vrachtvoertuigen daar andere voorwaarden aan stellen. Voertuigleveranciers aan boord hebben is nodig om de vereiste voertuigen te krijgen en onderhouden. En hoewel de fabrikant bij de huidige aantallen FCEV vaak nog zelf de toewijzing van voertuigen doet, kan een enthousiaste lokale dealer dit proces beïnvloeden en bespoedigen. Alle reden dus voor tankstation ondernemers om samen met fleetowners contact met lokale dealers te leggen. Als de puzzel compleet is, kan de inzet van de tankstation ondernemer, gemeente, fleetowner(s) en voertuigleverancier(s) in een gemeenschappelijke zakelijke clusterdeal worden beklonken. Zo’n deal geeft alle betrokken partijen houvast en vertrouwen dat ‘als ik doe wat nodig is en wat ik heb toegezegd, ook de ander doet wat nodig is en wat hij heeft toegezegd’. Gezamenlijk en in ieders belang doorbreek je zo samen de kip-ei-problematiek!

Onderschat niet wat dit allemaal met zich meebrengt!

Verzeker goed projectmanagement

Goed projectmanagement voor het realiseren van een waterstoftankstation lijkt een open deur, maar is geen sinecure. Zeker voor individuele ondernemers die één keer een waterstoftankstation bouwen. Ten eerste is strikt faseren en beslissen noodzakelijk, omdat later terugkomen op eerdere beslissingen – bijvoorbeeld toch vrachtauto’s willen aftanken, terwijl je eerder ging voor alleen personenauto’s – grote gevolgen heeft en onvermijdelijk leidt tot veel vertraging en dus extra kosten. Toch vrachtauto’s bedienen kan bijvoorbeeld leiden tot een andere positie van het vulpunt op jouw locatie en tot meer capaciteit, een hogere vulsnelheid, meer transportbewegingen voor het beleveren van je station en gewijzigde aanrijroutes. Daardoor kan alleen al de eerdere risicoanalyse geheel of grotendeels in de prullenbak…Ten tweede vraagt het beheersen van het project veel aandacht: (a) het plannen van de noodzakelijke werkzaamheden en procedures die bovendien onderling samenhangen en van elkaar afhankelijk zijn, (b) het beheersen van het budget en het voldoen aan de (rapportage-) eisen van subsidieverstrekkers, (c) het in beeld brengen van en sturen op projectrisico’s, (d) regelmatig en goed bouwoverleg met alle uitvoerende partijen, (e) kwaliteitsbewaking om vast te stellen of je krijgt wat je hebt besteld en (f) regelmatige communicatie met de partners van de clusterdeal en met omwonenden. Onderschat niet wat dit allemaal met zich meebrengt! Vandaar dat tankstation ondernemers goed moeten bedenken of zij een maatwerk-tankstation in eigen beheer willen realiseren, dan wel via uitbesteding met een turn-key oplossing. In dat geval kopen ondernemers een gebruiksklaar waterstoftankstation. Bij maatwerk in eigen beheer gaan ondernemers zelf aan de bak. In dat geval zouden ondernemers vooral de rol van goed opdrachtgever moeten pakken en voor het aansturen van de daadwerkelijke realisatie een gespecialiseerde projectmanager of directievoerder moeten inhuren. Ook soepele subsidietrajecten en gedegen communicatie zijn succesfactoren die zeer gebaat zijn bij de inhuur van specialisten. Inhuur kost geld, maar stroef lopende en sterk vertraagde projecten kosten uiteindelijk vaak meer!