SPIJKERBROEK, OM DE SCHOUDERS EEN SOFTSHELL JAS EN AAN DE VOETEN KLOMPEN. MAAK KENNIS MET GERRIT HEINEN, DIRECTEUR VAN HEINEN BRANDSTOFFEN IN DE HEURNE. EEN DORP IN DE ACHTERHOEK MET NET 1.000 INWONERS WAAR DE TIJD LIJKT TE HEBBEN STILGESTAAN. ‘ONS MOTTO? WIE GOED DOET, GOED ONTMOET.’

Koffie?”, vraagt Heinen onmiddellijk, terwijl hij op zijn peppels aan komt lopen. “Ooit geprobeerd? Als je eenmaal gewend bent, dan wil je niet anders dan op klompen lopen”, zegt de ondernemer lachend. De koffie bereidt hij meteen hypermoderne machine. “Ja, goede koffie is ontzettend belangrijk hier. Dit tankstation en deze shop hebben namelijk een sociale functie, mensen komen hier ook gewoon om even te buurten. De brandweer bijvoorbeeld, die komen voor of na een oefening vaak even een bakkie doen hier.” Behalve die koffie ook zoetwaren, een broodje bal en tosti’s. “Nee, geen uitgebreide bakery. Dat kan niet uit, daar heb ik het publiek niet voor”, zegt Gerrit. Ondertussen druppelen klanten binnen, die aan de overkant van de weg bij zijn station hebben getankt. Gerrit kent ze bijna allemaal bij naam. “Veel klanten komen uit het dorp en de dorpen om De Heurne heen. Maar we zien ook veel Duitsers voor brandstof, gas en koffie. En dat is dan niet een vers kopje koffie, maar grootverpakkingen koffie. En ze zijn liefhebbers van trayen frisdrankblikjes.”

De accijnzen

De Heurne ligt namelijk slechts een paar kilometer van de Duitse grens, grensverkeer is om die reden belangrijk voor het tankstation. “Ja, die accijnzen. Daar hebben we veel last van. Het verschil op benzine is toch al snel 10 eurocent, en dan zit ik met mijn prijzen nog ver onder de landelijke adviesprijzen. We kopen zelf in, werken met dagprijzen en varen scherp op de wind. Vandaag, 30 november, kost de diesel hier ruim 1,43 euro. Landelijk ligt dat al snel rond de 1,60 euro en aan de snelweg misschien wel 1,80 euro. Maar toch kan ik niet op tegen de lagere benzineprijzen in Duitsland, in de coronaperiode zagen we pas goed wat het effect daarvan is. Mensen mochten de grens niet meer over en onze benzineomzet kreeg ineens een flinke zet in de rug. Ik vraag mij weleens af of ze dat in Den Haag allemaal wel doorhebben. Die accijnsmaatregelen doen ons pijn, maar de overheid heeft dat volgens mij helemaal niet door. En ze doen zichzelf ook tekort. Mensen die over de grens trekken spekken de Duitse staatskas, niet die van Nederland.” Het
irriteert de ondernemer, maar aan de andere kant is hij het inmiddels ook wel gewend. “We weten niet beter.”

Al 100 jaar

Het bedrijf bestaat namelijk al meer dan 100 jaar. Midden in de achterhoek. En altijd op dezelfde plek. Onder de rook van de Teunismolen. “Leuk toch, bij het tanken hebben de mensen uitzicht op de molen. En de molen is ook een soort van landmark voor ons. Als toeristen ons zoeken, bijvoorbeeld omdat ze bijna zonder brandstof staan, dan wordt er altijd verwezen naar de horizon. Zo van; daar moet je zijn, bij die molen.” Die molen is een periode in het bezit van de familie geweest. De molen vermaalde graan tot meel. En dat meel werd gebruikt in veevoer”, vertelt Gerrit. Zijn voorvaderen zijn dan ook begonnen als molenaar. Het familiebedrijf ging over van vader op twee zonen en hun vrouwen. De ene zoon richtte zich op het verder produceren van veevoer, terwijl de andere zich wierp op de bakkerij. Hun vrouwen bestierden de kruidenierswinkel. “De bakkerij bakte niet alleen brood voor de inwoners van De Heurne, het bezorgde het ook. En hoe ging dat vroeger? Dan nam je niet alleen brood mee, maar ook eieren, wat kruidenierswaren, veevoer en kolen.” Die kolen, of beter de brandstoffen, kregen de overhand binnen het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog. “Iedereen had niets in die tijd, alles moest opnieuw worden opgebouwd. Ook ons familiebedrijf. En omdat in de loop van de jaren de brandstoffenmarkt veranderende door de opkomst van de huisbrandolie, en later het landelijke aardgasnet, kwam daarop de focus te liggen. De gebroeders Heinen startten met de handel in olie, de opening van een tankstation in de jaren ’60 en een vulstation voor propaangasflessen.” Inmiddels heeft Heinen vijf vrachtauto’s op de weg, een tankstation waar dagelijkse pakweg honderd klanten komen en een populair gasvulstation. “Er zitten hier veel campings in de omgeving, die mensen komen allemaal hier om hun gasflessen te vullen. En passant gooien ze ook hun auto of camper vol met brandstof”, legt Gerrit uit. 

Vlokken in de brandstof

Ondertussen komt zijn collega de shop binnenwandelen. “Gerrit, ik heb een man op kantoor die heeft vragen over hvo’s. Daar weet ik lang niet alles van, jij wel.” Gerrit knikt. “Ik kom eraan.” Op kantoor zit een oudere man, hij heeft samen me zijn zoon een agrarisch bedrijf. “Hé Gerrit, hoe zit dat met die hvo’s en vlokken? Ik maak mij er zorgen om.” Nuchter als Gerrit is antwoord hij. “Niet doen, nergens voor nodig. Maak je niet druk. Die problemen zijn er geweest, maar dat is nu zo goed als opgelost. Tegenwoordig worden er bio-componenten aan gasolie toegevoegd, dat is wettelijk voorgeschreven. De reden; biologische brandstof wordt gemaakt uit plantaardige of dierlijke olie en draagt zo bij aan een vermindering van de CO2-uitstoot. Maar die vetzuren in die plantaardige of dierlijke olie trekken water en vuildeeltjes aan en die vormen een voedingsbodem voor bacteriën, algen en schimmels. Als die zich gaan vermenigvuldigen dan raakt de brandstof vervuild en ontstaan er vlokken. Dergelijke problemen zagen we landelijk voor het eerst vijf jaar geleden bij agrarische bedrijven. De motoren van onder meer de trekkers sloegen af omdat de filters vervuild waren. Maar het is onder controle nu.” Daarmee is de kous af voor Gerrit. “Hoe is het verder? Hoe gaat het met de gezondheid?”, vraagt hij de man. Er ontstaat een aangenaam gesprek. “Ja, zo gaat dat vaak hier. We hebben aandacht voor elkaar. Dat is noaberschap, en onze noaberplicht. Wij helpen onze noabers, onze buren, altijd en staan hen desgewenst met raad en daad bij. En anders doen ze dat ook bij ons”, zegt Gerrit. Dat noaberschap is verweven met het bedrijf. “Wij zeggen altijd; wie goed doet, goed ontmoet. Zo werkt dat hier zeker. Sociaal, en zakelijk. Als ik iets moeten verbouwen hier, dan schakel ik altijd een lokaal bedrijf in. En zij tanken bij ons. Of laten hun gasflessen hier vullen.”

De manier van zakendoen

Het heeft Heinen Brandstoffen dan ook veel gebracht. Het bedrijf vermarkt inmiddels veel brandstof, heel veel. “We zijn erg actief hier in de regio. Daar bedoel ik ook Duitsland
mee. Dagelijks beleveren we ook daar tal van agrarische, transport- en loonbedrijven. En het leuke is, zij kiezen ons vanwege de manier van zakendoen. In Duitsland is het allemaal heel hiërarchisch. Top-down, en het liefst met allemaal ingewikkelde contracten. Wij kennen dat helemaal niet. Als het moet rijd ik zelf die kant op. Ik sta ook vaak nog achter de kassa in de shop. En nu, nu is mijn dochter, die normaal de administratie doet, met de vrachtauto naar klanten. Zo gaat dat hier.” De telefoon rinkelt. “Met Gerrit. Ja, 1.200 liter? Morgen? Dat kan. Dan passen we de geplande route aan en komen we even langs.” Dergelijke telefoontjes komen vaker binnen. “We laten de mensen niet in de kou staan. Man om man, woord om woord. Dat zijn wij. We hoeven daarom ook geen uitgebreide contracten, we doen wat we zeggen.”

Extra kracht bijgezet

De service, korte lijnen, het snelle schakelen was er al, maar is door Gerrit extra kracht bijgezet. “Ik ben ooit gestart bij Cebeco-Handelsraad/OK in Rotterdam. Ik was toen 21 jaar, woonde in Rotterdam-Zuid. Leuk hoor, maar niets voor mij. Geef mij maar het dorpse. Ik heb dat vier jaar gedaan, mijn vader zei toen; kom lekker in het bedrijf. Dat
heb ik gedaan, nu ben ik de vierde generatie. En de vijfde generatie staat ook alweer klaar.” Bij zijn komst had Heinen Brandstoffen één vrachtauto, inmiddels zijn dat er vijf. Het medewerkersbestand is gegroeid van drie naar twintig. Er is een onbemand gastankstation geopend net over de grens. En de openingstijden van de shop zijn uitgebreid, dagelijks is de shop van acht tot acht open. En zelf op zondag kan de klant er terecht. En de shop zelf is van een kruidenierswinkel getransformeerd naar een tankshop met een knipoog naar het verleden. Gerrit: “Ja, er is veel werk verzet in de jaren. Leuk, maar in 2019 moest ik toch even pas op de plaatsmaken. Ik kreeg last van hartfalen. De reden? Stress? Misschien wel. Door de groei staat er een hele organisatie en daar voel ik mij verantwoordelijk voor. Dat is ook die noaberschap en noaberschapplicht.” 

Handig; brandstof op locatie

Bij een evenement, verbouwing of bronbemaling heb je tijdelijk veel diesel nodig om de stroomaggregaten te laten draaien. Om ervoor te zorgen dat de stroom niet uitvalt, heeft Heinen Brandstoffen de perfecte oplossing: een ‘mobiele’ tank. Hiermee zitten klanten nooit zonder diesel en daarmee nooit verlegen om stroom.

De Teunismolen

De Teunismolen is jarenlang eigendom geweest van de familie Heinen. De molen werd in 1822 gebouwd. De molen heette aanvankelijk De Haan, maar werd in de volksmond vernoemd naar de nabijgelegen boerderij Het Teunishuis. De molen is in 1942 gerestaureerd door de familie, een periode waarin de molen nog volop in bedrijf was. De Teunismolen is namelijk een korenmolen die de bakkerij van de familie voorzag van meel. Maar toen de bakkerij stopte, was de molen voor de familie minder van belang. De focus kwam op de oliehandel te liggen. De molen werd dan ook in 1986 verkocht aan de toenmalige gemeente Dinxperlo, die de molen grondig hebben laten restaureren. Na de gemeentelijke