TAMOIL OMARMDE ALS ÉÉN VAN DE EERSTE OLIEMAATSCHAPPIJEN IN NEDERLAND BIO-ETHANOL (E-85) EN AARDGAS (CNG). INMIDDELS TIMMERT DE EXPLOITANT VAN 212 TANKSTATIONS MET NESTE MY RENEWABLE DIESEL AAN DE WEG, PLAATST HET OP KORTE TERMIJN SNELLADERS OP ENKELE STATIONS EN BRENGT HET DE MOGELIJKHEDEN VAN WATERSTOF IN KAART. “HET IDEE? JE MOET FLEXIBILITEIT BETRACHTEN.”

Aan het woord is Ronald Kempen, managing director van Tamoil in Nederland. Samen met slechts 35 (!) medewerkers stuurt hij de 212 stations in Nederland aan. “We werken lean en mean, de focus ligt op het voorterrein”, verklaart Kempen. Dat lean en mean is volgens hem noodzakelijk om scherp te kunnen concurreren. “Maar we hoeven echt niet overal de goedkoopste te zijn, veel is afhankelijk van de lokale markt rondom het station. Waarom zouden we korting geven als het niet nodig is?” Prijzen worden door Tamoil bepaald aan de hand van een slimme softwaretool die zelflerend is. “De software maakt gebruikt van allerlei data over de dag heen, bijvoorbeeld de olieprijs, de prijzen van de concurrent en de feitelijk verkochte volumes. Gemiddeld passen wij de brandstofprijzen op stations tot zo’n zes keer per dag aan op basis van die data. Dat zijn geen heel grote stappen, maar stappen van maximaal enkele centen per liter. Wij waren hiermee de eerste en werken er nu zo’n vijf jaar mee. De kinderziekten zijn er wel uit, het werkt voor ons perfect.”

160 onbemand

Het systeem wordt toegepast bij alle stations van Tamoil. De keten heeft een kleine 160 onbemande stations en ruim 50 bemande stations. Bij een deel van het portfolio, namelijk 26 stations, prijkt het merk Shell op de luifel. De rest wordt onder eigen label geëxploiteerd. “Bij de bemande stations besteden we de shop uit aan derden, veelal individuele zelfstandige ondernemers. Alleen met Klik Exploitaties hebben we op grotere schaal een samenwerking, zij runnen bij een kleine twintig stations de shop voor ons”, aldus Kempen. Een derde van de stations is in volledige eigendom van Tamoil, het restant huurt men van individuele partijen. Bij zeven stations is er sprake van een dealerschap en runt een zelfstandig ondernemer het station onder het Tamoil-label. Kempen: “We willen graag groeien, eind dit jaar moet de teller op 220 staan.” Groei is noodzakelijk, stelt hij. “Het is van belang dat je een breed portfolio hebt, omdat ik verwacht dat op de langere termijn tankstations verdwijnen door de veranderende mobiliteit en de elektrificatie van wagenparken. Met een goed gevulde stationsportefeuille kun je dan doorselecteren.”

OrangeGas en PitPoint

De veranderende mobiliteit zorgt er ook voor dat de ontwikkelingen zich op het voorterrein van de Tamoil-stations in rap tempo opstapelen. De oliemaatschappij was ruim tien jaar geleden één van de eerste in Nederland met bio-ethanol (E-85) en later aardgas (CNG). Inmiddels bestaat het product E-85 niet meer, CNG uiteraard nog wel. “Hiervoor werken we samen met OrangeGas en PitPoint”, verklaart Kempen. Beide leveranciers bieden groen gas aan. “Deze duurzame variant van aardgas wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Het resultaat is een fossiele brandstof met een veel lagere uitstoot van fijnstof, NOx en CO2 [min 20 tot 25 procent, red.] ten opzichte van benzine en diesel.” Biogas wordt onder andere gemaakt van slib, koeienmest en GFT-afval. De productie is schoon en het product is hernieuwbaar. Na de productie wordt het gas gezuiverd en gedroogd. Na een laatste bewerking krijgt biogas dezelfde kwaliteit als aardgas. Dan mag het groengas heten. “Bedrijven moeten voor CNG wel willen investeren en hun wagenpark vervangen om hierop over te kunnen stappen. Dat vraagt tijd en aandacht, vandaar ook de samenwerking met OrangeGas en PitPoint die dit voor ons in de markt zetten.” Bij een andere belangrijke pijler in de vergroening van het (fossiele) brandstoffenaanbod bij Tamoil, Neste MY Renewable Diesel, is dit anders. “Deze fossielvrije diesel kan in iedere bestaande diesel(vracht)auto worden getankt. Je kunt het zelfs mengen door de ene keer gewone diesel tanken en de andere keer Neste MY Renewable Diesel”, vertelt de directeur van Tamoil Nederland.

“Iedereen kan hiermee gemakkelijk groener rijden”

Ronald Kempen

Managing Director, Tamoil Nederland

Volumeaandeel

Tamoil heeft dit product in 2018 in eerste instantie in de markt gezet als blauwe diesel, al snel was het een succes. En men verwacht verdere groei, getuige de woorden van Kempen. “Daarom zijn we half oktober vorig jaar een intensievere samenwerking aangegaan met producent Neste. Blauwe Diesel 100 is vervangen door Neste MY Renewable Diesel.” Het product is inmiddels verkrijgbaar op 24 Tamoil-stations, eind dit jaar moeten dat er volgens Kempen 50 zijn. “Het volumeaandeel van Neste is gemiddeld
op de stations waar we het verkopen 10 procent van de totale dieselplas die er wordt verkocht (het aandeel diesel binnen de stations is gemiddeld 45 procent tegen 55 procent benzine, red.) en we zien mogelijkheden voor verdere groei. Daarom hebben
we iemand ingehuurd die nog nadrukkelijker Neste MY Renewable Diesel aan de man gaat brengen.” Neste MY Renewable Diesel is een HVO 100-product, dat net als groengas voornamelijk gemaakt is van 100 procent hernieuwbare grondstoffen. Kempen: “Met deze emissiearme diesel wordt de CO2-uitstoot van dieselvoertuigen tot 90 procent verminderd en ook de stikstof- en fijnstofuitstoot is lager dan die van gewone diesel. Vooral overheden, en aan de overheid gerelateerde bedrijven, zijn geïnteresseerd in dit product. Maar ook breder is er belangstelling.” Prijsvechters in de logistieke dienstverlening zullen niet snel overgaan op MY Renewable Diesel, stelt Kempen. “Het is toch gemiddeld 25 eurocent duurder dan gewone diesel. Maar ondanks dat prijsverschil, als je het af en toe tankt bespaar je ook op de CO2-uitstoot. Dus iedereen kan hiermee gemakkelijk groener rijden.”

Verblijfsfunctie

Ondanks alle stappen en investeringen op het gebied van het verduurzamen van de fossiele brandstoffen, spreekt Kempen over niches. Hij benadrukt dan ook dat fossiele brandstoffen ook nog de komende tien tot vijftien jaar een belangrijke maar afnemende rol blijven vervullen in de markt. “Maar Tamoil zorgt er volgens hem daarbij wel voor dat klanten keuzes hebben en duurzame alternatieven kunnen tanken. Zo investeren we ook in de elektrificatie, eerst op vijf stations waar snelladers komen te staan. Voorzichtig? Ja. Maar we willen eerst ervaringen opdoen.” Volgens Kempen liggen er kansen, maar heerst er ook onzekerheid. “Van nature hebben wij als tankstations niet een verblijfsfunctie, zoals een Van der Valk dat wel heeft. En dat is toch wel nodig wil je klanten met een elektrische auto binden. Bovendien zie ik alleen mogelijkheden voor de snelladers, nu geschat op circa 20 procent van de markt. De andere 80 procent is geen markt voor tankstations, mensen gaan echt niet vier uur lang hun auto bij een traaglader bij jou op het station stallen om deze te kunnen opladen.” Kempen denkt echter nog wel dat de markt doorontwikkelt en dat er mogelijk op termijn ultrasnelladers komen, die auto’s in een paar minuten een actieradius van een paar honderd kilometer kunnen geven. “Dat benadert het tanken zoals wij dat nu kennen, dan kunnen we onze rol weer wel pakken. Al zal ook veel afhankelijk zijn van de prijs, thuis/traagladen zal ongetwijfeld ook dan goedkoper zijn dan snelladen.” Ook kijkt Tamoil nadrukkelijk naar de ontwikkelingen rondom waterstof. “Momenteel brengen we locaties in kaart waar deze energiedrager kan worden verkocht. Het station moet aan de rand van een stedelijk gebied zijn gevestigd, het moet groot genoeg zijn en het moet ook een verblijfsfunctie hebben of kunnen krijgen. Daar hebben we er zeker een aantal van. Of we er ook daadwerkelijk in gaan investeren is nog van veel factoren afhankelijk, Nederland is immers een klein land met veel korte afstanden waar elektrische mobiliteit de meeste kans maakt. Dus voor nu geldt: je moet verduurzamen, maar zeker ook flexibiliteit betrachten.”