Door alle (toekomst)bewegingen in de petrolmarkt is er ook veel aan de hand op het gebied van energiestation-vastgoed. Reden om in deze editie van Move On Magazine te beginnen met een nieuwe rubriek: ‘Energiestation-vastgoed in ontwikkeling’. Daarin doet ondernemersadviseur Christiaan van der Straaten van het Drive-secretariaat onder meer uit de doeken waar hij in zijn dagelijkse praktijk mee bezig is en zoal tegenaan loopt.
“Op een aantal locaties in het land onderzoeken we of daar nieuwe energiestations gebouwd kunnen worden”, zegt Christiaan. “Uiteraard is het dan altijd een hot item welk programma gerealiseerd gaat worden. Al snel komt dan de energietransitie aan de orde. Fascinerend is het om te constateren hoeveel visies en meningen er daarover zijn. De ene partij weet met veel stelligheid te beweren dat waterstof niets wordt en dat elektrisch laden voor trucks nog een lange weg te gaan heeft. De ander gaat er vanuit dat we over vijf jaar niet meer op fossiel rijden.”
In de verdomhoek gezet
“Ook wordt er soms een waterscheiding gemaakt tussen zogenaamde fossiele brandstofpartijen en de duurzame energiepartijen”, vertelt Christiaan verder. “Ik kan mij er de ene keer over verbazen en de andere keer maakt het mij boos als ondernemers, die brandstof verkopen, in de verdomhoek worden gezet. Volgens mij is de kern van de transitie namelijk dat we in een veranderingsfase zitten waarvan we de uitkomst niet exact weten. Veel zal afhangen van de beschikbare middelen, zoals grondstoffen en de ontwikkelingen in de techniek. Uiteraard is ook het overheidsbeleid bepalend en bovenal de consistentie daarvan.”
Slimme keuze
Regelmatig bekruipt mij het gevoel dat er heel veel ‘groen en duurzaam’ aan een plan wordt toegevoegd om de gunst van de overheid te krijgen. Er wordt dan bewust afstand genomen van zogenaamde fossiele partijen en/of brandstof. Vanwege het modieuze beeld dat we de wereld moeten redden door heel snel afscheid te nemen van olie, is het duurzame narratief ook aantrekkelijk om over te nemen. En zo zien we dat partijen grondposities weten te bemachtigen vanwege de belofte dat zij duurzame brandstoffen gaan verkopen. Of hun businesscases levensvatbaar zijn, moet dan nog maar blijken. Ook vraag ik mij af of daarmee wel echt duurzaam wordt ingericht. Een vastlopend energienetwerk en overal laadpalen plaatsen, lijkt mij niet de beste oplossing. Het realiseren van een klein fijnmazig netwerk met een hoogwaardig aanbod lijkt mij doelmatiger. Het zorgen voor locaties waar het complete aanbod is, komt mij voor als een slimme keuze.”
Opkomende trend in biobrandstoffen
“Volgens mij is het eerlijke verhaal dat we langzaam maar zeker een ander wagenpark gaan zien. Wij zullen onze locaties aan die ontwikkelingen aanpassen en kunnen dit prima doen vanuit de bestaande verdienmodellen. De energielocaties die wij nu tekenen, zijn dan ook goed geëquipeerd voor de toekomst. Eerst zal er nog vooral fossiel aanbod zijn en later steeds meer EV. Gelukkig zien we nu een opkomende trend in biobrandstoffen en ook (bio)gas lijkt een revival te maken.”
Wereldverbeteraars of wereldvreemd?
“Erg leuk om plannen te maken waarbij we rekening houden met de toekomstige ontwikkelingen. De ondernemers waarvoor wij werken, zijn vaak al generaties lang actief in de energiesector en weten prima met veranderingen om te gaan. Dat het aanbod op het voorterrein de komende tijd wat wijzigt, is heus een beetje spannend, maar geeft ook weer ruimte voor ondernemerschap. New kids on the block, die menen dat we in een paar jaar een shift maken, komen op mij altijd wat wereldvreemd over. Terwijl ze vaak zelf menen wereldverbeteraars te zijn.”